Cepphus grylle; de zwarte zeekoet is in vergelijking tot andere alk-achtigen minder een zeevogel en meer een kustvogel. Het is de enige alk-achtige in het Atlantisch gebied met een zwarte buik (zomerkleed). Sterker nog, in de zomer is het een totaal zwarte vogel met alleen een grote witte vlek op de vleugels. Het winterkleed is lichter gekleurd: een witte buik en grijze nek en rug (i.t.t. andere alk-achtigen die een donkere bovenkant vasthouden). Net als papegaaiduikers hebben ze rode poten maar i.t.t. de papegaaiduikers zitten zij op hun knieën. Heel apart is de felrode kleur van de binnenkant van de snavels van deze vogels die je vooral kan waarnemen bij het onderlinge imponeergedrag. Ze broeden in losse/open kolonies. Ze leggen twee eieren in holen en andere afgeschermde plaatsen. Je kan ze vinden van het Kola gebied van noordwest Rusland (grens bij Finland) tot IJsland, inclusief de kustgebieden van de Baltische zee. Hoewel de meeste individuen in de winter in de buurt van de broedgebieden blijven trekken anderen (m.n. jongen) in allerlei richtingen
VOGELS VAN IJSLAND zwarte zeekoet, Cepphus grylle
Een beknopte inleiding over IJslandse vogels
Tekst & foto's: Dick Vuijk
- tenzij anders aangegeven
Tekst & foto's: Dick Vuijk
- tenzij anders aangegeven
Andere alk-achtigen
Andere alk-achtigen