FLORA VAN IJSLAND elementen: Carex flava, gele zegge

Carex flava De gele zegge is een middel-hoge zegge die tot 45 cm hoog kan worden op IJsland. Het vormt pollen zonder wortelstokken.
  - De bladeren zijn zo lang als of iets korter dan de bloeiwijze. Maar let op: ook het schutblad dat veel langer is dan de steel met aren hoort tot de bloeiwijze waardoor menig blad uit kan tornen boven de aren. De vlakke bladeren hebben wel de neiging om te buigen gedurende het seizoen. De huidmondjes zijn aan de onderkant van de bladeren. De schutbladeren zijn een stuk langer dan de rest van de steel met aren. Ze hebben een kleine schede (slechts enkele mm's lang) die lichter of bruiner van kleur is dan de steel en de bladschijf.
  - De bloeiwijze bestaat uit een mannelijke topaar met direkt daaronder een aantal (2-4) vrouwelijke aren. De schubben onder de vrouwelijke bloemen/urntjes zijn gelig tot bruin van kleur met een groene kiel en hebben een spitse top. De bolvormige urntjes hebben een lange vaak gebogen snavel. De kleur ervan variëert van groen tot gelig.
  - Het is een zeldzame soort die vooral in het noorden van IJsland aangetroffen is. Zelf heb ik het gezien in het Mýrar district, net noord-westelijk van borgarness. Het groeit langs beken en in moerassen.
  - Carex flava, de gele zegge, is lid van de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De IJslandse naam voor deze soort is Trjónustör.

Twee andere verwante soorten worden ook aangetroffen op IJsland:
  (1): Carex demissa (geelgroene zegge): Dit is een wat kleinere soort die vooral herkend kan worden doordat het vaak een extra vrouwelijke aar verder onderin de steel heeft. Net als de gele zegge hebben de urntjes lange snavels, maar zijn nooit gebogen. Het is ook een zeldzame soort op IJsland.
  (2): Carex oederi = Carex viridula (dwergzegge): Een nog kleinere soort. Deze heeft geen extra vrouwelijke aar als de geelgroene zegge. De urntjes van de dwergzegge hebben meestal kortere snavels. De vrouwelijke aren zijn eerder bolvormig dan langwerpig. De bladeren zijn donkerder groen. Deze soort komt meer algemeen voor op IJsland.