Planten van IJsland: Carex glareosa, kleine zoutmoeraszegge

Carex glareosa; de kleine zoutmoeraszegge is een zeggesoort dat laag blijft omdat zowel de bladeren als de bloeistelen naar de grond afbuigen. Het is een halofyt dat stevige pollen vormt.
  De bladeren zijn zacht en dun tot ca. 40cm lang. De middennerf buikt uit aan de onderzijde, aan de bovezijde is daar een gootje. Zij groeien dus meer of minder horizontaal. De stevige pollen vallen op.
  Net als de bladeren hebben de bloeistelen de neiging om af te buigen naar de grond. Na verloop van tijd liggen ze ook op de grond. De aren (2-4) zijn geconcentreerd bovenin. De bovenste is iets groter dan degenen eronder. De mannelijke bloemen zitten onderin de aren, de meeste zo niet allen onderin de topaar. De vrouwelijke bloemen hebben twee stempels op één stijl. De urntjes hebben een korte snavel. De vruchten zijn lensvormig.
  Ze groeien op zandige goeddoorlaatbare zilte bodems (kwelders) maar worden ook wel langs rivieren bij de kust gevonden. Herdt langs de hele kust van IJsland gevonden.
  Het is lid van de cypergrassenfamilie, ook wel bekend als de zeggenfamilie (Cyperaceae). De IJslandse naam voor deze soort is Heigulstör. Het woord "glareosa" slaat op grind. Een opmerking over de hier gehanteerde Nederlandse naam: omdat er geen Nederlandse naam voor deze soort is heb ik het direkt uit het Engels vertaald (Lesser Saltmarsh Sedge) en bewust de term kwelder vermeden. Een opmerkelijke naam vond ik op internet: kleine zoutmars zede. Dit bleek uit de Engelse naam voortgebracht door de vertaaldienst van Microsoft en klakkeloos geaccepteerd. Een grappige naam, dat wel.