FLORA van IJSLAND elementen: Cystopteris fragilis, blaasvaren

Cystopteris fragilis; De blaasvaren is een relatief kleine varen. De dubbelgeveerde bladeren zijn ongeveer 10 tot 25cm. lang. De bladeren ontspruiten vanuit horizontale wortelstokken. De hoofdsteel is zwart tot groen van kleur. Ze zijn vrij broos (kunnen snel breken). De eerste orde blaadjes staan vrij ver uitelkaar waardoor er ruimte is tussen deze 1^e-orde blaadjes. De tweede orde blaadjes zijn diepingesneden met stompe uiteinden van de lobben. Ze hebben karakteristieke zigzag-verlopende nerven.
De ronde sori hebben aanvankelijk bolvormige indusia (vandaar de Nl-naam: "blaasvaren"). Ze zijn geplaatst op de nerven van de eindlobben.
De blaasvaren is verreweg de meest algemene varen op IJsland. Overal op stenige gronden komt ze voor. Ook groeit ze veel in basaltspleten. Het is ook een soort die ook kan gedijen in donkere omstandigheden waar andere plantensoorten niet kunnen groeien.
Een bijzondere vindplaats betreft de Steinahellir grot in het zuiden van IJsland. De ingang tot deze grot is bedekt met deze varen, maar ook binnen de grot, waar het behoorlijk donker is groeit de varen op de basaltwanden. Hier kan je zien dat de varen goed met relatief donkere omstandigheden om kan gaan. De geïnteresseerde waarnemer kan hier makkelijk de zogenaamde prothallia van de soort zien. Een prothallium is de zogenaamde gametofytische fase. Zij zijn hooguit circa 0,5cm groot (waardoor ze over het hoofd gezien worden). Dit is een fundamentele fase in de levenscyclus van varens. Merk op dat een ieder die hier een varenblad plukt verdoemd is - volgens oude legendes....
Cystopteris fragilis, de blaasvaren is lid van de Cystopteridaceae, de blaasvarenfamilie. De IJslandse naam voor deze soort is Tófugras.