FLORA VAN IJSLAND elementen: Dryopteris filix-mas, mannetjesvaren

Dryopteris filix-mas; De mannetjesvaren groeit in lavaspleten en andere beschutte plaatsen. Het is een relatief grote varensoort met dubbelgeveerde bladeren en met sori/sporangia aan de onderkant van de bladeren. Op elke 2e-orde blaadjes zitten (in twee rijen) 5 tot 10 sori. Deze hebben ronde/niervormige dekvliesjes die lang vastblijven zitten. Het lijkt veel op de tere stekelvaren. Beide komen het meest voor in de noord-west fjordengebied en in mindere mate op het Reykjanes schiereiland, in het zuidwesten en in het noorden. De mannetjesvaren komt verder ook voor in sommige locaties in het zuidoosten. Het kan dus gemakkelijk verward worden met de tere stekelvaren maar ook met wijfjesvarensoorten. De mannetjesvaren heeft een bladvorm die anders is als de andere genoemde soorten. Vanaf de basis van het blad naar boven zie je de 1e-orde blaadjes snel langer worden, maar dan blijven ze een hele poos ongeveer even lang (10 tot 20 cm), om aan het einde terug te lopen tot de punt. Bij de andere soorten zie je dat het breder worden van het blad langer doorgaat, maar nadat het blad op zijn breedst is worden de 1e-orde blaadje direkt geleidelijk korter. De serie van even lange 1-orde zijblaadjes is karakteristiek voor de mannetjesvaren.
Het is lid van de Dryopteraceae, de niervarenfamilie. De IJslandse naam voor deze varen is Stóriburkni.