Deschampsia cespitosa; de ruwe smele is een voor IJslandse begrippen een hoge gras. Het kan tot één meter hog worden. De aartjes op de pluim hebben slechts twee bloemetjes. Het vormt grote pollen en kan het best herkend worden aan de ruwe gegroevde bladeren en opvallende bladnerven. Het is in feite op de nerven waar de borstels geplaatst zijn die de bladeren ruw maken (loep!). Een nauw verwante soort geïntroduceerde soort is de Berings smele (D. beringensis) die ook ruwbladerig is maar herkend kan worden doordat het in matten groeit in plaats van pollen. De ruwe smele groeit waar rijkelijk plantenvoedingsstoffen aanwezig zijn in de bodem alsmede voldoende vocht, bijvoorbeeld in bemeste graslanden en rond nederzettingen. Maar het komt ook voor in goed ontwikkelde heidegebieden. Het kan gevonden worden in de meeste regio's van IJsland behalve in de dorre binnenlanden en hogere berggebieden. Net als andere pluimgrassen is de soort lastig te herkennen als de bloei nog maar net begonnen is en de pluimen nog sterk samengetrokken zijn. Ten op zichte van de andere algemene Deschampsia soort (bochtige smele: Deschampsia flexuosa) verschilt het principieel doordat het korte kafnaaldjes heeft die niet uitsteken buiten de aartjes waar dit bij de bochtige smele wel het geval is.
Het is lid van de grassenfamilie (Poaceae,ook wel genoemd de Gramineae).