Poa pratensisa; Veldbeemgras. Zijnde een Poa-soort heeft ook deze soort aartjes waarvan de kelkkafjes gekield zijn. Dit wil zeggen dat de aartjes niet rond lopen over de rug maar enigszins afgeplat zijn bij het midden waarbij de middennerf als een soort kiel van een boot uittreedt. Het veldbeemgras is een variabele soort die van 10 tot 90cm hoog kan worden. Het heeft ondergrondse uitlopers van waaruit nieuwe loten ontspringen. Zowel de bladeren als de kafjes van de aartjes kunnen enigszins blauw-achtig overkomen. Het ruig beemdgras lijkt er sterk op maar wordt gekenmerkt door een lang tongetje (vlies-achtig struktuur op de grens van baldschede en bladschijf) waar dit bij het veldbeemdgras zo klein is dat het afwezig lijkt. Daarnaast kunnen de twee soorten onderscheiden worden doordat - als je met je vingers langs de steel omlaag wrijft - deze dan ruig aanvoelt bij het ruig beemdgras en glad bij het veldbeemdgras.
Het veldbeemdgras komt overal op IJsland voor in zowel de laag- als hooglanden. In de laaglanden komt zij meer voor in drogere gebieden (weides, graslanden, zand- en grindrijke gronden) waar ze in de hooglanden meer langs moerasjes te vinden is.
Het is lid van de grassenfamilie (Poaceae,ook wel genoemd de Gramineae).