Trisetum spicatum; de aartrisetum is waarschijnlijk het enige gras op IJsland dat een dichtbehaarde halm heeft. Het heeft een aarpluimbloeiwijze. De halmen en aartjes (kroonkafjes) zijn of paars dan wel geel/bruin tot groen gekleurd. Het groeit in losse pollen zonder onderaardse of bovengrondse uitlopers. Het wordt ca. 40 cm hoog. De tongetjes zijn klein (1-2mm), vaak zwak getand.
De aartrisetum kan men overal op IJsland aantreffen. Het heeft een voorkeur voor grindrijke bodems, droge graslanden en stenige gronden.
Opmerking over soorten en namen. Trisetum spicatum is een lastige soort die in grote delen van het noordelijk halfrond gevonden wordt. In brede zin (T. spicatum s.lat.) worden allerlei vormen hierin opgenomen en opgesplitst in ondersoorten, lokale rassen e.d. Specialisten zijn het er echter niet overeens hoe deze groep in te delen. Op IJsland worden twee verschillende vormen aangetroffen, te weten T. spicatum (s.str. = in stricte zin) en T. triflorum. Echter, voor zover ik begrepen heb wordt door de meerderheid van plantentaxonomen de laatste niet erkend als een aparte soort. De genetische verschillen van de beide vormen is bekend. T. spicatum (s. str. smalle goudhaver) is een tetraploid waar "T. triflorum (driebloemige goudhaver)" een hexaploid is. De uiterlijke onderscheidende kenmerken zijn: T. spicatum (s.str.) is paars van kleur (halmen, bloeiwijze) en heeft (op IJsland) 2 bloemetjes in een aartje. De kroonkafjes zijn op wat haren op de middennerf na kaal. "T. triflorum" heeft een geel/groen uiterlijk en 3 bloemetjes in elk aartje. De knoonkafjes zijn sterk behaard. Ik ben een plant tegengekomen met paarse kroonkafjes die sterk behaard waren. Dit past in geen van de beide soorten. Konklusie: de precieze omlijning van de soorten is een specialistenaangelegenheid!