Carex nigra; De zwarte zegge kent twee ondersoorten: de nominaat nigra en de ondersoort juncea. Voor de verschillen, zie de pagina over "juncea" hier hier. Hier wordt de nominaat ondersoort "nigra" besproken. Het is een grotere middel-hoge zegge die maximaal tot 60cm hoog kan worden, echter ze blijft meestal veel lager. Het is een variabele soort. Grondrozetten groeien vanuit wortelstokken waardoor ze matten vormen.
- De bladeren zijn ongeveer even lang als de bloeistelen, nogal smal (max 3mm breed) en V-vormig in doorsnede. De schutbladeren zijn ook vrij lang, de onderste ongeveer net zo lang als de bloeiwijze. Ze hebben kleine lichtgroene tot lichtbruine schedes. De huidmondjes zijn aan de bovenkant van de bladeren. De halmen zijn scherp drie-kantig en ruw.
- De bloeiwijze bestaat uit een eindelingse mannelijke aar en een aantal vrouwelijke aren eronder. Ze staan op enige afstand (meer dan bij C. bigelowii). De schubben zijn donker (zwart) met een lichtere kiel. Ze zijn kleiner dan de ontwikkelende urntjes. De vrouwelijke bloemen hebben twee stampers. De lensvormige urntjes hebben niet-ingesnoerde kleine snavels. Ze variëren in kleur van glanzend groen tot geheel zwart. Het komt wel voor dat er nog enkele mannelijke bloemetjes aan de toppen van de vrouwelijke aren gevonden worden.
- Het is een algemeen voorkomende soort op IJsland. Het groeit op allerlei natte gronden en langs meertjes.
- Het is lid van de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De IJslandse naam voor deze soort is Mýrastör.
FLORA van IJSLAND elementen: Carex nigra subspecies nigra , zwarte zegge (ondersoort nigra)
Een beknopte inleiding over IJslandse planten
Tekst & foto's: Dick Vuijk - tenzij anders aangegeven
Tekst & foto's: Dick Vuijk - tenzij anders aangegeven
Andere cypergrasfamilie soorten: zeggesoorten
Andere cypergrasfamilie soorten: zeggesoorten
← Klik op het foto'tje links voor volledige foto
ANDERE FOTO'S: