Karakteristieke eigenschappen, ecologie en geschiedenis van de natuur:
3) De belangrijkste vegetatie typen
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Bossen
Op IJsland kan men twee soorten bossen onderscheiden, te weten de natuurlijke berkenbossen en de aangeplante bossen met ingevoerde soorten. Voor het laatste zijn veel soorten naaldbomen getest voor IJslandse omstandigheden. Een aantal vanuit Siberië en Amerika/Kanada doen het goed in beschutte valleien. De natuurlijke bossen kennen slechts drie boomsoorten. De meest algemene is de zachte berk (Betula pubescens) zachte berk (Betula pubescens) . Minder algemeen is de lijsterbes (Sorbus aucuparia) lijsterbes (Sorbus aucuparia) . Het is vrij opvallend dat de lijsterbes in de natuurlijke bossen hoger groeit dan de berken (bij ons in Nederland/België is het een uitgesproken ondergroeisoort in bossen). Dit kan je zien op deze foto deze foto . Een derde boomsoort is zeldzaam. Dit is de ratelpopulier (Populus tremula) ratelpopulier (Populus tremula) . Deze soort is slecht aangepast aan IJslandse omstandigheden. Dit blijkt uit het gegeven dat het op IJsland nooit bloeit!
In de bossen komen uiteraard veel ondergroeisoorten voor zoals lage struikjes (heide-achtige soorten) en kruidachtige soorten. Dit zijn soorten die ook kenmerkend zijn voor de heide vegetaties. Een paar soorten echter vind je voornamelijk in de bossen. Dit is bijvoorbeeld het éénzijdig wintergroen (Orthilia secunda) éénzijdig wintergroen (Orthilia secunda) . Echte bossen, zij het natuurlijke dan wel aangeplante, bedekken minder dan 1% van de IJslandse oppervlakte. Voor de komst van de Vikingen/Ieren was dit echter ongeveer 30%! De heersende vikingen begrepen niet dat hergroei van berkenbossen veel moeilijker was dan in Noorwegen met als gevolg dat veel grond geërodeerd raakten.
Ten slotte kan nog een berkenvegetatie vermeld worden en dat is die van struwelen van lage boompjes ( <2,5 meter). Deze komen veel voor op de hellingen van fjorden.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Heide vegetaties
Per definitie worden heide gebieden gedomineerd door halfstruikjes, zoals de struikheide (Calluna vulgaris) struikheide (Calluna vulgaris) en de kraaiheide (Empetrum nigrum) kraaiheide (Empetrum nigrum) . Vermeld moet worden dat op IJsland bij de kraaiheide vooral de ondersoort "hermafroditum" voorkomt. De nomaat ondersoort komt alleen sporadisch voor in het zuiden van IJsland. Naast deze twee soorten komen er verschillende Vaccinium soorten voor. Dit zijn: zwarte bosbes (Vaccinium myrtillus) zwarte bosbes (Vaccinium myrtillus) en de rijsbes (Vaccinium uliginosum) rijsbes (Vaccinium uliginosum) . Een derde Vaccinium soort, de veenbes (Vaccinium oxycoccus, = Oxycoccus microcarpus) veenbes (Vaccinium oxycoccus, = Oxycoccus microcarpus) is een kleine kruipende, kruidachtige plant dat in sommige moerassen op IJsland gevonden wordt. De rode bosbes alias vossebes (Vaccinium vitis-idaea) komt alleen in één fjord voor, te weten de Seyðisfjörður. In Seyðisfjörður komt de veerbootlijndienst uit Denemarken aan dus kan men aannemen dat deze vondst relatief recentelijk aangevoerd is vanuit Europa.
Een andere heide-achtige struikje is de jeneverbes (Juniperus communis) jeneverbes (Juniperus communis) . In de meeste gebieden buiten IJsland is dit een rechtop-groeiend boompje, maar door de ruige IJslandse omstandigheden groeit de soort meestal kruipend over de grond. Andere min of meer algemeen voorkomende (half-)struikjes zijn de dwergberk (Betula nana) dwergberk (Betula nana) , en de wilgensoorten arctische wilg (Salix arctica) arctische wilg (Salix arctica) , de wollige wilg (Salix lanata) wollige wilg (Salix lanata) en de groene wilg (Salix phylicifolia) groene wilg (Salix phylicifolia) .
Behalve houtige soorten groeien ook veel kruidachtige soorten in de heide gebieden. Slechts een paar worden hier genoemd. Heel algemeen is de alpenhelm (Bartsia alpina) alpenhelm (Bartsia alpina) . Behalve de alpenhelm komt ook heel veel voor de kruiptijm (Thymus praecox ssp arcticus) kruiptijm (Thymus praecox ssp arcticus) en de kruidwilg (Salix herbacea) kruidwilg (Salix herbacea) . Een interessante, ook veelvoorkomende soort is de broedbistort = levendbarende duizendknoop (Bistorta vivipara = Polygonum viviparum) broedbistort = levendbarende duizendknoop (Bistorta vivipara = Polygonum viviparum) . Deze plant heeft echte bloemen in de top van de bloemsteel maar daaronder broedbolletjes die al tijden de bloei uitlopen tot nieuwe plantjes, zittend aan de bloemsteel van de ouderplant. Een andere interessante plant is het vetblad (Pinguicula vulgaris) vetblad (Pinguicula vulgaris) . De kleverige bladeren van deze plant vangen insektjes die dan verteerd opgenomen worden als voedsel door de plant.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Mosvegetaties
Op lavavelden komen uitgebreid mosvegetaties voor met maar weinig hogere plantensoorten. In het noorden zijn korstmossen vaak dominant terwijl in het zuiden mossen domineren. Dit wordt (waarschijnlijk) veroorzaakt door het meer landklimaat eigenschap van het klimaat in het noorden en sterker zeeklimaat in het zuiden. In het zuiden is de sneeuwval vanzelfsprekend in de winter waar in het noorden de zomers droger zijn. Twee soorten van het geslacht Racomitrium (bischopsmuts) Racomitrium (bischopsmuts) domineren. Dit zijn Racomitrium lanuginosum (wollige bischopsmuts) en Racomitrium canescens (grijze bischopsmuts). Dit zijn pioniersoorten die lang stand kunnen houden. Geleidelijk vestigen andere soorten zich in deze mosvegetaties. Één van de eerste die zich vestigt is gemzenrus (Juncus trifidus) gemzenrus (Juncus trifidus) . In holtes in lavas kunnen vrij regelmatig verschillende varensoorten gevonden worden en in lagere delen kunnen berken berken zich vestigen.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Kale gronden (hoogland woestenijen)
Een groot gedeelte van IJsland bestaat uit spaarzaam begroeide en zelfs onbegroeide gronden. Dit is vooral het geval in de binnenlandse hooglanden. Het vulkanische karakter, de langzame bodemvorming op rots-, grind- en vulkanische asgronden en de invloed van de mens (houtkap in het verleden en overbegrazing door schapen) hebben grote schade toegebracht aan de vegetatie van IJsland (zie de "bos"sectie van deze pagina). Op deze woeste gronden doen twee soorten het goed, te weten Engels gras (Armeria maritima) Engels gras (Armeria maritima) en de stengelloze silene (Silene acaulis) stengelloze silene (Silene acaulis) . Behalve deze twee soorten worden veel mini-exemplaren van soorten die ook elders groeien hier gevonden. Een veel voorkomende soort is rotssteenkers (Arabidopsis petraea) rotssteenkers (Arabidopsis petraea) waarvan de plantjes in de hooglanden groeien als miniatuurversies van de laaglandvormen.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Draslanden
Zoals vermeld op de pagina over Amerikaanse soorten is de Lyngbye's zegge (Carex lyngbyei) Lyngbye's zegge (Carex lyngbyei) een dominante soort in de draslanden. Een andere algemene zeggensoort in de IJslandse draslanden is de zwarte zegge (Carex nigra) zwarte zegge (Carex nigra) . Draslanden kunnen variëren van bijna droge tot nagenoeg permanent onder water staande gronden. Langs meertjes en poeltjes wordt de snavelzegge (Carex rostrata) snavelzegge (Carex rostrata) veel aangetroffen. In meer veenachtige plekken domineren vaak de twee wollegrassoorten, te weten het veenpluis (Eriophorum angustifolium) veenpluis (Eriophorum angustifolium) en het Scheuchzer's (éénarige) wollegrass (Eriophorum scheuchzeri) Scheuchzer's (éénarige) wollegrass (Eriophorum scheuchzeri) . Veel middelgrote zeggen worden in de draslanden gevonden. Om er twee te noemen: zompzegge (Carex canescens) zompzegge (Carex canescens) en de sterzegge ( Carex echinata) sterzegge ( Carex echinata) . maar er komen nog veel meer zeggensoorten voor.....
In de vochtige weilanden van de laaglanden zie je in het voorjaar heel vaak de dotterbloem (Caltha palustris) dotterbloem (Caltha palustris) . Deze plant groeit vooral langs slootjes en beekjes.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Bergen en hooglanden
Er zijn nogal wat soorten die alleen in de hogere regionen van bergen groeien. Een mooi voorbeeld hiervan is de gletsjerranonkel (Ranunculus glacialis) gletsjerranonkel (Ranunculus glacialis) . Een minder opvallende boterbloem van de bergen is de dwergboterbloem (Ranunculus pygmaeus) dwergboterbloem (Ranunculus pygmaeus) . Een andere plant van de hoge bergen is het alpenhongerbloempje (Draba oxycarpa) alpenhongerbloempje (Draba oxycarpa) . Deze soort is echter vrij zeldzaam. Veel algemener (ook in lagere berggebieden) is het kruipsterretje (Sibbaldia procumbens) kruipsterretje (Sibbaldia procumbens) .
Afgezien van echte bergplanten zijn er ook planten die meer gevonden worden op de vlakkere gebieden van de hooglanden, vaak in vegetaties langs riviertjes, moerasjes en beschutte plekken. Één van de mooiste soorten is het vuurrood kartelblad (Pedicularis flammea) vuurrood kartelblad (Pedicularis flammea) . In de ruige hooglanden vind je ook de dwergsteenbreek (Saxifraga tenuis) dwergsteenbreek (Saxifraga tenuis) , de noordelijke veldmuur (Minuartia biflora) noordelijke veldmuur (Minuartia biflora) en het bochtig beemdgras (Poa flexuosa) bochtig beemdgras (Poa flexuosa) .
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Planten van thermische bodems
IJsland is natuurlijk beroemd om zijn vulkanische karakter. Thermische bodems komen dan ook veelvuldig voor, sommige kokend heet, andere matig warm. Derhalve zijn er aantal soorten die specifiek hier kunnen groeien die elders in warmere klimaten gevonden worden. Één mooi voorbeeld hiervan is de Azorische addertong (Ophioglossum azoricum). Sorry nog geen eigen foto, maar zie de Wikipedia pagina over de Azoren addertong. Een andere soort dat - op IJsland - alleen op thermische bodems te vinden is, is de moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum) moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum) . Nog een soort die op IJsland beperkt is tot thermische gronden is de waternavel (Hydrocotyle vulgaris) . waternavel (Hydrocotyle vulgaris) . Afgezien van deze drie soorten die alleen op thermische bodems groeien zijn er ook soorten die soms op "koude" bodems staat maar vaker op "warme" gronden. Een goed voorbeeld hiervan is de stijve ogentroost (Euphrasia stricta) stijve ogentroost (Euphrasia stricta) en vreemd genoeg ook de grote weegbree (Plantago major) grote weegbree (Plantago major) . Opgemerkt moet worden dat de smalle weegbree (Plantago lanceolata) die algemeen voorkomt in het zuidelijkste deel van IJsland (rondom Vík) ook zij het zeldzaam groeit ten n oorden van de hooglanden. Hier echter groeit het uitsluitend op thermische bodems. Ten slotte is er nog de watermunt (Mentha aquatica) watermunt (Mentha aquatica) . Deze soort groeit op slechts twee plaatsen op IJsland, beide langs warme bronnen in het westen van IJsland. De soort heeft zich pas recent gevestigd op IJsland.
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
De rest
Er zijn zeker nog meerdere op de ecologie-gebaseerde vegetatietypen. Neem bijvoorbeeld de kustreep gebieden. Op de IJslandse zwarte stranden vind je de
Noordse zeeraket (Cakile arctica)
Noordse zeeraket (Cakile arctica)
en de
zeepostelein (Honckenya peploides)
zeepostelein (Honckenya peploides)
. Een kompleet verschillend habitat is de mossige randen van koude bergbeekjes. Hier komt de
stersteenbreek (Saxifraga stellaris)
stersteenbreek (Saxifraga stellaris)
opvallend veel voor. Daarnaast zijn er natuurlijk de volledig aquatische systemen waar soorten van de geslachten Potamogeton en Callitriche gevonden worden maar ook soorten als de
fijne waterranonkel (Ranunculus confervoides)
fijne waterranonkel (Ranunculus confervoides)
met hun witte bloemetjes die boven het water uitgroeien. Sommige poelen kunnen in de zomer droogvallen. Hier zie je soorten als de
kruipende waterranonkel (Ranunculus reptans)
kruipende waterranonkel (Ranunculus reptans)
en de
knolrus (Juncus bulbosus)
knolrus (Juncus bulbosus)
. De laatste kan dan fel rode matten vormen. Soms kan ook de delicate soort
priemkruid (
Bossen -- Heide vegetaties -- Mos vegetaties -- Kale gronden -- Draslanden -- Bergen en hooglanden -- Thermische bodems -- Andere Ecosystemen -- Top -- Andere achtergrondspagina's
Ga door met:
1) introductie
2) Is de flora Amerikaans of Europees?
3) De belangrijkste vegetatietypen (deze pagina)
4) Regionale verschillen in de flora
5) Invloeden van de ijstijden en het herstel na de laatste ijstijd