START OVERZICHT
Hieronder staan verwijzingen naar verschillende (natuurlijke en kunstmatig gegroepeerde) plantengroepen van IJslandse soorten. Vanuit zo'n groep kan je de pagina van een soort openen.
Varens (op IJsland) vallen in drie groepen uiteen:
1) de
wolfsklauwen: planten die over het algemeen kruipen over de grond met dichte kleine driehoekige blaadjes die de stengels bedekken. Sporenorganen ontwikkelen zich aan de toppen van de stengels. Deze verwijzing leidt eerst naar de alpenwolfsklauw. Van daaruit wordt de lijst gestart met overige wolfsklauwen.
2) the
paardestaarten:
Deze planten kenmerken zich door rechtopgaande stengels, soms met vertakkingen maar soms ook niet. Behalve schubjes hebben deze planten geen bladeren. Sporenorganen ontwikkelen zich aan de toppen van de planten. Deze verwijzing leidt eerst naar de lidrus (geen rus maar een echte paardenstaart!), Equisetum palustre. Vandaaruit is een lijst waar andere paardenstaartensoorten gevonden kunnen worden.
3) de
echte varens
hebben vaak grote bladeren die ingesneden zijn in blaadjes. Bijna alle soorten hebben de sporenorganen aan de onderkant van de bladeren. Stengels zijn heel kort (meestal een knobbel aan de voet, maar onderaardse uitlopers komen ook voor). Deze verwijzing leidt naar de blaasvaren waarin ook een lijst is met verwijzingen naar andere varensoorten.
Hieronder staan de links naar informatie over de wolfsklauwsorten
Alpenwolfsklauw Lycopodium alpinum |
Stekende wolfsklauw Lycopodium annotinum |
Dennenwolfsklauw Huperzia selago |
Keltische / IJslandse wolfsklauw Selaginella selaginoides |
Vervolgens de links naar informatie over de paardenstaartsoorten
(2) Paardenstaarten met kransvormige vertakkingen op de hoofdsteel
Heermoes Equisetum arvense |
Veldpaardenstaart Equisetum pratense |
Lidrus Equisetum palustre |
bospaardenstaart Equisetum sylvestris |
(2) Paardenstaarten zonder kransvormige vertakkingen op de hoofdsteel
Lidrus Equisetum palustre |
Holpijp Equisetum fluviatile |
Bonte paardenstaart Equisetum variegatum |
Schaafstro Equisetum hyemale |
Mackay's paardensaart Equisetum x mackaii |
En nu de links naar informatie over de echte varen-soorten. Merk op dat de eerste serie een natuurlijk groep betreft, de tweede en derde niet.
1): Ophioglossiden: leden van de Ophioglossaceae (addertongfamilie). De leden van deze familie kenmerken zich doordat zij schijnbaar twee blaadjes hebben, een groene vegetatieve en een generatieve vol met sporangiën. Echter, in werkelijkheid is het maar één blaadje dat gesplitst is in twee delen. Merk op dat deze secie niet kompleet is.
Gelobde maanvaren Botrichium lunaria |
Mingaanse maanvaren Botrichium minganense |
Lansmaanvaren Botrichium lanceolatum |
Beschrijving van andere maanvarens op IJsland |
Beschrijving van de Azorenaddertong |
2)): Hele bladeren of samengestelde bladeren met hoogstens eerste-orde blaadjes. Het laatste betekent dat de hoofdnerf (verlengde van de bladsteel) blaadjes heeft die direct aan de hoofdnerf verbonden zijn.
Dubbelloof Blechnum spicant + Blechnum fallax |
Lansvaren Polystichum lonchitis |
Wimpervaren Woodsia ilvensis |
Eikvaren Polypodium vulgare |
3): Bldaeren met minimaal 2e orde blaadjes. Dat wil zeggen dat de blaadjes geplaatst zijn langs de nerf-aftakkingen van de hoofdnerf. Let op dat je kijkt naar de benedenkant (basis) van het blad. Aan de topkant van het blad is de structuur van de blaadjes metomorfoseert tot 1e orde en uiteindelijk tot bladschijven rond de hoofdnerf. In een enkel geval is er zelfs sprake van derde order blaadjes: blaadjes geplaatst op nerfaftakkingen van nerfaftakkingen van de hoofdnerf (Dryopteris expansa - tere stekelvaren
Let op: alleen de jeneverbes is van nature thuis op IJsland. De andere 3 soorten zijn geïntroduceerde naaldbomen. Naast deze drie soorten zijn nog vele andere naaldbomen geïntroduceerd voor bosbouwprojekten.
Jeneverbes Juniperus communis |
Draaiden Pinus contorta |
Sitka Spar Picea sitchensis |
Siberische lariks Larix siberica |
Kruiddwilg Salix herbacea |
Wollige wilg Salix lanata |
Arctische wilg Salix arctica |
Groene wilg Salix phylicifolia |
Amerikaanse wilg Salix alaxensis |
Heide familie1: kraaiheide (Empetrum), struikheide (Calluna) en andere heidesoorten
Kraaiheide Empetrum nigrum |
Struikheide Calluna vulgaris |
Lilarode heide Phyllodoce coerulea |
Kruipende azalea Loiseleuria procumbens |
Mosheide Harrimanella hypnoides = Cassiope hypnoides |
Heide soorten (2): (bos-)bes heide familieleden (Vaccinium & Arctostaphylos soorten):
Rijsbes Vaccinium uliginosum |
Blauwe bosbes Vaccinium myrtillus |
Kleine veenbes Vaccinium microcarpum |
Beredruif Arctostaphylos uva-ursi |
Heide soorten (3): wintergoensoorten (Let op: de Pyrola en Orthillia geslachten {wintergroensoorten} werden tot voor kort ondergebracht in een eigen familie: Pyrolaceae. Recente DNA-genetische studies hebben specialisten ertoe gebracht de wintergroensoorten in de heidefamilie, Ericaceae, onder te brengen).
Klein wintergroen Pyrola minor |
Grootbloemig wintergroen Pyrola grandiflora |
Eenzijdig wintergroen Orthilia secunda |
Duizendknoopfamilie:(Polygonaceae): Kleine rood-achtig tot witte bloemetjes geklusterd in dichte bloeiwijzes.
Bergzuring Oxyria digyna |
Veldzuring Rumex acetosa |
Schapenzuring Rumex acetosella |
Noordse zuring Rumex longifolius |
Varkensgras Polygonum aviculare |
IJslandse postelein Koenigia islandica |
Broedbistort Bistorta vivipara |
Rabarber Rheum sp. |
Ganzevoet-, postelein-, zonnedauw- en brandnetelfamilie:
Kustmelde Atriplex glabriuscula |
Bronkruid Montia fontana |
Ronde zonnedauw Drosera rotundifolia |
Grote brandnetel Urtica dioica |
Ganzevoetfamilie (Chenopodiaceae): Op IJsland is er slechts één algemene soort die vooral te vinden is op vloed-afzettingen op stranden. Onoogelijk kleine groen/rood gekleurde bloemetjes: Kustmelde.
Postelein familie (Portulacaceae): Ook maar één algemene soort: bronkruid (Montia fontana). Let op: de hier boven genoemde "IJslandse postelein" (Koeniga islandica) is geen postelein-soort maar een duizendknoop soort!
Brandnetel familie (Urticaceae): Twee soorten brandnetels komen voor op IJsland. Het zijn geíintroduceerde soorten die als onkruidachtige invasieve soorten beschouwd kunnen worden.
Steenbreek familie (Saxifragaceae): Stervormige bloemen, meestal (crème-)wit maar ook twee geelbloemige soorten en één paars bloeiende. De kelk is aan de onderkant vaak vergroeid. Voor het overzicht zijn ze verdeeld over drie lijsten: Parnassia en niet-witbloeiende soorten en twee witbloeiende lijsten. Parnassia (Parnassia palustris) is geen echte steenbreek maar wel lid van de steenbreekfamilie. Vanuit elke pagina met een soorts berschrijving kunnen de lijsten gewisseld worden.
Parnassia Parnassia palustris |
Bokjessteenbreek Saxifraga hirculus |
Gele steenbreek Saxifraga aizoides |
Paarse steenbreek Saxifraga oppositifolia |
Pluimsteenbreek Saxifraga cotyledon |
Zodesteenbreek Saxifraga caespitosa |
Iers syeenbreek Saxifraga rosacea |
Stersteenbreek Saxifraga stellaris |
Mossteenbreek Saxifraga hypnoides |
Sneeuwsteenbreek Saxifraga nivalis |
Dwergsteenbreek Saxifraga tenuis |
Hangende steenbreek Saxifraga cernua |
Berg-moerassteenbreek Saxifraga rivularis |
En nu bekijken we de vetplantenfamilie (Crassulaceae) in dit gedeelte. Op IJsland groeien maar een paar soorten in het wild. De soorten van deze familie hebben dikke vlezige bladeren. Het bevat drie vetkruid soorten (Sedum) en het rozenkruid (Rhodiola rosea)
Dit zijn ze:
Rozenkruid Rhodiola rosea |
Muurpeper Sedum acre |
Eenjarig vetkruid Sedum annuum |
Harig vetkruid Sedum villosum |
En nu de Rozen familie (Rosaceae).
Het is moeilijk - zo niet onmogelijk - om één specifieke eigenschap te noemen die onderscheidend is voor de rozen familie. Algemene soorten op IJsland zijn de verschillende vrouwenmantel soorten, potentilla's, en de achtster. Om de boel een beetje overzichtelijk te houden heb ik de roos-achtigen in drie verschillende lijsten gegroepeerd, te weten:
1) de Alchemilla soorten (vrouwenmantels)
2) Potentilla's en verwanten als Comarum and Sibaldia
3) de overige soorten
Binnen een pagina van elke soort kan je wisselen tussen deze drie lijsten
zilverschoon Potentilla anserina |
Kust Zilverschoon(?) Potentilla egedii |
Donzige ganzerik Potentilla crantzii |
Wateraardbei Comarum palustre |
Kruipsterretje Sibbaldia procumbens |
Achtster Dryas octopetala |
Knikkend nagelkruid Geum rivale |
Steenbraam Rubus saxatilis |
Bosaardbei Fragaria vesca |
Moerasspirea Filipendula ulmaria |
De volgende families betreffen de boterbloemen (Ranunculaceae) en papavers (Papaveraceae). De meeste hebben gele bloemen, sommigen wit. Enkele zijn waterplanten. Een algemeen voorkomende soort met een afwijkende bloemen is de alpenruit: deze heeft miniscuul kleine paarse bloemblaadjes.
Om de boel een beetje overzichtelijk te houden heb ik drie aparte lijsten:
1) De geel-bloemige boterbloemen
2) De wit-bloemige boterbloemen
3) De papaverachtigen
Gletsjerranonkel Ranunculus glacialis |
Fijne waterranonkel Ranunculus trichophyllus |
Alpenruit Thalictrum alpinum |
Bosanemoon Anemone nemorosa |
Arctische Papaver Papaver radicatum |
IJslandse papaver Papaver croceum |
Waternavel Hydrocotyle vulgaris |
Alaskaanse lupine Lupinus nootkatensis |
Vogelwikke Vicia cracca |
Witte klaver Trifolium repens |
Rode klaver Trifolium pratense |
Zeelathyrus Lathyrus japonicus |
Wondklaver Anthyllis vulneraria |
Leden van de kruisbloemigen (koolfamilie) - bekend als Cruciferae en ook wel als de Brassicaceae familie - zijn uitsluitend kruid-achtige planten. Veel groente soorten behoren tot deze familie (kolen, radijs, raapjes enz.). Op IJsland bestaan de wilde soorten uit kleine wit-bloeiende plantjes. Verwarrend is dat daarnaast ook veel kleine wit-bloeinde plantjes van de anjerfamilie (Caryophyllaceae) voorkomen. Om de twee families uit elkaar te houden moet je even naar de stand van de bladeren op de stengel kijken: deze is strak tegenoverstaand gepaard bij de anjer-achtigen. Bij de kruisbloemigen is dit nooit het geval: langs de stengel verspreid maar vaak komen ook bladrozetten bij de bodem voor.
Het Draba geslacht kent een aantal representanten met witte bloemetjes op IJsland. Naast veel andere wit-bloeiende soorten zijn er ook een paar die andere kleur bloemen hebben.
Kruisbloemigen soorten 1: Niet wit-bloeiende soorten
IJslandse pinksterbloem Cardamine nymanii |
Stijve steenraket Erysimum hieracifolium |
Stijf barbarakruid Barbarea stricta |
Gewoon barbarakruid Barbarea vulgaris |
Kruisbloemigen soorten 2: wit/geel bloeiende soorten van het Draba geslacht
Sneeuwhongerbloempje Draba nivalis |
Grijs hongerbloempje Draba incana |
Noors hongerbloempje Draba norvegica |
Alpenhongerbloempje Draba oxycarpa |
Kruisbloemigen soorten 3: Overige wit-bloeiende soorten
Alpenscheefkelk Arabis alpina |
Rotssteenkers Cardaminopsis petraea |
Vroegeling Erophila verna |
Echt- (Engels-) lepelblad Cochlearia officinalis |
Noordse zeeraket Cakile arctica |
Priemkruid Subularia aquatica |
Herderstasje Capsella bursa-pastoris |
Omdat op IJsland veel soorten van de anjer familie voorkomen heb ik ze in 4 groepen ingedeeld.
De eerste serie betreft muur-soorten en spurrie-soorten
Vogelmuur Stellaria media |
Grasmuur Stellaria graminea |
Vetblad-muur Stellaria crassifolia |
Kweldermuur Stellaria humifusa |
Gewone spurrie Spergula arvensis |
De tweede sreie betreft de Cerastium and Arenaria soorten (hoornbloemen en zandmuur):
Alpenhoornbloem Cerastium alpinum |
Arctische hoornbloem Cerastium nigrescens |
Driestijlige hoornbloem Cerastium cerastoides |
Gewone hoornbloem Cerastium fontanum |
Noorse zandmuur Arenaria norvegica |
De derde serie betreft de Sagina en Minuartia soorten ( vet- en veldmuur):
>De vierde serie betreft soorten van Lychnis (koekoeksbloemen), Silene (silene's) en Honckenya (zeepostelein) soorten:
Eerst de weegbree soorten:
Zeeweegbree Plantago maritima |
Grote weegbree Plantago major |
Smalle weegbree Plantago lanceolata |
Tweede: verwante soorten (Hippuris en Callitriche soorten)
Tweede: verwante soorten (Veronica soorten)
Driekleurig viooltje Viola tricolor |
Moerasviooltje Viola palustris met verwijzing naar andere viooltjes |
Veenviooltje Viola epipsila |
Hondsviooltje Viola canina |
Op IJsland komen vier viooltjes algemeen voor. Op de pagina van het Moerasviooltje (V. palustris) worden de onderlinge verschillen aangegeven. De link naar deze soort is hier.
Blijft nog over een ratjetoe plantensoorten met losse kroonbladeren (soms heel erg klein/onzichtbaar)
Bosooievaarsbek Geranium sylvaticum |
Zweedse Kornoelje Cornus suecica |
Zevenster Trientalis europaea |
Geelhartje Linum catharticum |
In deze sectie worden de laatste overgebleven soorten die losse kroonbladeren hebben opgenomen. Deze soorten zijn niet bepaald aan elkaar verwant.
Gentianen (familie: Gentianaceae) zijn zomer-bloeiers.
De volgende serie thumbnails betreffen soorten voor van de bremraapfamilie (Orobranchaceae) op IJsland | ||||
Alpenhelm Bartsia alpina |
Korte ogentroost Euphrasia frigida |
Stijve ogentroost Euphrasia stricta |
Vlammend kartelblad Pedicularis flammea |
Kleine ratelaar Rhinanthus minor |
Deze helmkruidsoorten zijn semi-parasieten: de wortelen hechten zich aan wortelen van andere plantensoorten (vooral grassen) en zuigen van daaruit voedingsstoffen op (je zou ook kunnen zeggen dat ze deze stelen). Deze soorten hebben bloemen met een twee-zijdige symmetrie.
De thumbnails hieronder verwijzen naar de lipbloemigen (Lamiacae) op IJsland | ||||
Kruiptijm Thymus praecox |
Brunel Prunella vulgaris |
Witte dovenetel Lamium-album |
Gewone hennepnetel Galeopsis tetrahit |
Watermunt Mentha aquatica |
Het aantal soorten lipbloemigen op IJsland is klein. Eigenlijk worden alleen de tijm en brunel gezien als echte IJslandse soorten. De beide "netels" zijn geïntroduceerde onkruiden en de watermunt is een zeldzame geïntroduceerde soort dat alleen groeit op enkele thermische groenden. Het lage aantal natuurlijke soorten reflecteerd het gegeven dat lipbloemigen vooral warmte minnende soorten (veel soorten in de mediterrane zone). Wel is het zo dat een van de meest algemene soorten op IJsland de kruiptijm (arctische ondersoort) is die overal te vinden is met uitzondering van de woestenijen van het binnenland en de hoge bergflora.
De thumbnail hieronder verwijst naar de maskerbloemfamilie (Phrymaceae) op IJsland | ||||
Maskerbloem Mimulus guttatus |
Dit is een geïntroduceerde soort (uit Amerika) dat groeit in ondiepe beekjes en slootjes.
De composietenfamilie (Asteraceae, vroeger bekend als Compositae) is een erg grote familie. Karakteristiek voor deze groep is dat vele bloempjes samengevoegd zijn in een bloeiwijze (hoofdje) die op één enkele bloem lijkt. Deze indruk wordt versterkt doordat de soorten vaak een buitenste rij bloempjes hebben die uit "lintbloemetjes" bestaan met daarbinnen "buisbloemetjes". Dit is echter niet altijd zo! Paardenbloemen bijvoorbeeld hebben allen lintbloemetjes, terwijl het boerenwormkruid alleen buisbloemetjes heeft.
De thumbnails hieronder verwijzen naar soorten van de composietenfamilie (Compositae) met gele bloemen (of tenminste bloeiwijzes met gele harten). | |||||
Havikskruid Hieracium spp |
Alpenhavikskruid Hieracium alpinum |
IJslands havikskruid Pilosella islandica |
Vertakt leeuwentand Leontodon autumnalis |
Paardebloem Taraxacum spp |
|
Reukloze kamille Tripleurospermum maritimum Ook bekend als Matricaria maritima |
Schijfkamille Matricaria discoidea |
Klein Hoefblad Tussilago farfara |
Boerenwormkruid Tanacetum vulgare |
Klein kruiskruid Senecio vulgaris |
Kustkruiskruid Jacobaea pseudoarnica |
De thumbnails hieronder verwijzen naar composietensoorten (Compositae) van de Achillea en Erigeron geslachten. | ||||
Duizendblad Achillea millefolium |
Wilde Bertram Achillea ptarmica |
Noordse fijnstraal Erigeron borealis |
Eenhoofdige fijnstraal Erigeron uniflorus |
Arctisch fijnstraal Erigeron humilis |
De thumbnails hieronder verwijzen naar composietensoorten (Compositae) van de droogbloemen van deze familie. | ||||
Kleine droogbloem Omalotheca supina |
Noordse droogbloem Omalotheca norvegica |
moerasdroogbloem Gnaphalium uliginosum |
De thumbnails hieronder verwijzen naar distel-achtige composietensoorten en bijvoet (Compositae). | ||||
Bergcentaurie Centaurea montana |
Triumfetti-Korenbloem Centaurea triumfetti |
Akkerdistel Cirsium arvense |
bijvoet Artemisia vulgaris |
Klokjes, vergeet-me-nietjes en mertensia (Campanulaceae en Boraginaceae families):
Galium (walstro) soorten.
Voor andere walstro soorten zie: Noords walstro |
|||
Noords walstro Galium boreale |
Slank walstro Galium normanii |
Geel walstro Galium verum |
Ten slotte: Armeria (Engels gras), Pinguicula (vetblad), Valeriana (valeriaan) en Succisa (blauwe knoop) soorten.
Strandkruidfamilie (Plumbaginaceae), Blaasjeskruidfamilie (Lentibulariaceae) en kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae)
Engels gras Armeria maritima |
Vetblad Pinguicula vulgaris |
Echte valeriaan Valeriana officinalis ssp sambucifolia |
Blauwe knoop Succisa pratensis |
Leliefamilie en aanverwante soorten. Het aantal wilde lelie-verwanten op IJsland is erg klein. Zeer algemeen voorkomend is de moerasbieslelie (Tofieldia pusilla). De eenbes is veel zeldzamer en groeit in lavaspleten waardoor het vaak niet opgemerkt wordt. De twee zoutgrassoorten vind je in moerassen.
Eenbes Paris quadrifolia |
Moerasbieslelie Tofieldia pusilla |
Moeraszoutgras Trichlogin palustris |
Schorrenzoutgras Trichlogin maritima |
Russenfamilie: Door hun bladvormen en vaak wat onopvallende klein bloemetjes lijken ze enigszins op grassen en/of zeggen. Zij zijn echter veel verwanter aan de lelie-achtigen. De bloemetjes hebben net als de lelieachtigen 6 bloemblaadjes - heel anders als de ingewikkelde aartjes van grassen en zeggen.
Als eerste de Luzula (veldbies-)soorten: Deze soorten hebben platte gras-achtige behaarde bladeren.
Veelbloemige veldbies Luzula multiflora |
Sudetenveldbies Luzula sudetica |
Aarstekelveldbies Luzula spicata |
Gebogen veldbies Luzula arcuata |
Noordse veldbies Luzula confusa |
En als tweede: de Juncus (russen-)soorten. Deze soorten hebben meestal priemvormige (bieslook-achtige) bladeren.
Voor het gemak heb ik ze in drie groepen gesplitst: de hogere soorten (20cm+), de middelhoge (10 à 15 cm) en de lager-blijvende soorten (zelden meer als 5 cm - let op er zijn meer dan de hieronder afgebeelde soorten: klik willekurig op één van de foto's van de kleine soorten en alle soorten verschijnen in de linker kolom).
De hoger-groeiende soorten: meer dan 40 cm hoog
Noordse rus Juncus arcticus ondersoort: arcticus |
Noordse rus Juncus arcticus ondersoort intermedius |
Noordse rus Juncus balticus |
Draadrus Juncus filiformis |
De middel-hoge soorten: 10 tot maximaal 40cm hoog
Zomprus Juncus articulatus |
Rechte rus Juncus alpinoarticulatus |
Kastanjebruine rus Juncus castaneus |
Gemzenrus Juncus trifidus |
De laag blijvende soorten (vaak minder als 5cm hoog ; uitschieters tot 25cm)
Driebloemige rus Juncus triglumis |
Tweebloemige rus Juncus biglumis |
Zilte greppelrus Juncus ranarius = Juncus ambiguus |
Knolrus Juncus bulbosus |
Orchideën:
Hoewel het aantal soorten orchideën op IJsland relatief laag is komen orchideën overal voor in de meer begroeide gebieden van IJsland. De vorbeelden hieronder geven weer de meest voorkomende soorten maar er zijn meer in de orchideënlijst (open een willekeurige orchideepagina en de lijst verschijnt links).
Op IJsland komen veel zeggensoorten voor. Het belangrijkste, soortenrijkste geslacht is het geslacht Carex. Ik heb de meeste algemene en enkele minder algemene soorten opgenomen in deze site. Het is echter verre van kompleet!
niet-Carex soorten
Allereerst de niet-Carex soorten, om te beginnen met de waterbiezen en veenbies (Eriophorum en Trichophorum soorten).
Gewone waterbies Eleocharis palustris |
Slanke waterbies Eleocharis uniglumis |
Armbloemige waterbies Eleocharis quinqueflora |
Naaldwaterbies Eleocharis acicularis |
Veenbies Trichophorum cespitosum |
en hier de overige niet-Carex soorten: wollegrassen (Eriophorum sp.).
Veenpluis Eriophorum angustifolium |
Éénarig wollegras Eriophorum scheuchzeri |
Carex soorten
Om het makkelijker te maken om de juiste Carex-soort vast te stellen heb ik het geslacht onderverdeeld in een aantal groepen die op zicht makkelijk te herkennen zijn. Het zijn de volgende groepen:
Carex soorten: Stengels met slechts één terminale aar.
Tweehuizige zegge Carex dioica |
Alpenkobresia Carex myosuroides |
borstelzegge Carex microglochin |
kopzegge Carex capitata |
rotszegge (?) Carex rupestris |
Carex soorten: meerdere aren/steel; geen verschil in mannelijke/vrouwelijke aren. Aren geconcentreerd aan de top van de steel.
Carex soorten: meerdere aren/steel; geen verschil in mannelijke/vrouwelijke aren. Aren min of meer gelijkmatig langs de steel.
sterzegge Carex echinata |
zompzegge Carex canescens |
bruine zegge Carex brunnescens |
Mackenzie's zegge Carex mackenziei |
Mackenzie's zegge Carex krausei |
|
Carex soorten: meerdere aren/steel; duidelijke verschillen tussen mannelijke top/aartjes en vrouwelijke lager geplaatste vrouwelijke aartjes.
Vrouwelijke bloemen met 3 stempels.
(a) Soorten met hangende vrouwelijke aren
Haarzegge Carex capillaris |
Alpenzlijkzegge Carex rariflora |
Gewone slijkzegge & hoge slijkzegge Carex limosa & Carex papercula |
Zeegoene zegge Carex flacca |
(b) Soorten met rechtopstaande vrouwelijke aren
Schedezegge Carex vaginata |
Blauwe zegge Carex panicea |
Gele zegge Carex flava |
Pilzegge Carex pilulifera |
Gletsjerzegge Carex glacialis |
Snavelzegge Carex rostrata |
Carex soorten: meerdere aren/steel; duidelijke verschillen tussen mannelijke top/aartjes en vrouwelijke lager geplaatste vrouwelijke aartjes.
Vrouwelijke bloemen met 2 stempels.
Voor de meeste mensen, zelfs natuurliefhebbers blijven grassen een moeilijke groep, vooral als het om determineren gaat. Te moeilijk denkt men. Dit is echter overdreven als je maar systematisch te werk gaat. Een loep is wel nodig. Wie niet bekend is met de namen van typische grassenbegrippen, zie hier.
De bloeiwijzes worden meestal in drie hoofdvormen ingedeeld, te weten:
De meeste soorten op IJsland behoren tot de pluimgrassen.
Om snel te weten te komen welke soort je IJslandsgrasje is, stel dan eerst vast tot welke hoofdvorm de bloeiwijze behoort. Als het een pluimgras is kijk dan hoeveel bloemetjes in elk aartje zit en of de kelkkafjes gekield/afgeplat zijn. Daarna is het vaststellen van de soort niet zo moeilijk meer.
Ten slotte, de lijst van soorten hier is nog ver van kompleet. De algemene soorten zijn echter wel opgenomen. Ik ben van plan de komende jaren deze verder aan te vullen.
Pluimgrassen, aartjes met slechts één bloemetje
fioringras Agrostis stolonifera |
zandstruisgras Agrostis vinealis |
stijf struisriet Calamagrostis stricta |
watergras Catabrosa aquatica |
Rietgras Phalaris arundinaceaa |
Pluimgrassen, aartjes met twee of drie bloemen
veenreukgras Hierochloe odorata |
ruwe smele Deschampsia cespitosa |
bochtige smele Deschampsia flexuosa |
alpensmele Deschampsia alpina |
kropaar Dactylis glomerata |
Riet Phragmites australis |
Pluimgrassen, aartjes met veel bloemetjes
Pluimgrassen, aartjes weing tot veel bloemetjes: Poa species: deze hebben gekielde kelkkafjes (min of meer afgeplatte aartjes.
veldbeemdgras Poa pratensis |
ruw beemdgras Poa trivialis |
alpenbeemdgras Poa alpina |
bochtig beemdgras Poa flexuosa |
paars beemdgras Poa glauca |
Aarpluimgrassen: Alopecurus en Phleum soorten
grote vossenstaart Alopecurus pratensis |
geknikte vossenstaart Alopecurus geniculatus |
rosse vossenstaart Alopecurus aequalis |
Timoteegras Phleum pratense |
Alpendoddegras Phleum alpinum |
Aarpluimgrassen: andere soorten
reukgras Anthoxanthum odoratum |
aartrisetum Trisetum spicatum |
Aargrassen
(Amerikaans) zandhaver Leymus (mollis) arenarius |
kweekgras Elytrigia repens |
borstelgras Nardus stricta |
Leden Potamogetonaceae familie zijn allen echte waterplanten.
De volgende waterplanten zijn nauw verwant aan de weegbreefamilie
Lidsteng Hippuris vulgaris |
Vierbladerige lidsteng Hippuris tedtraphylla |
Haaksterrenkroos Callitriche hamulata |
Klein sterrenkroos Callitriche palustris |
Geveleugeld starrenkroos Callitriche stagnalis |
Diverse andere waterplanten.
Teer vederkruid Myriophyllum alterniflorum |
Egelskop Sparganium sp |
Waterdrieblad Menyanthes trifoliata |
Fijne waterranonkel Ranunculus trichophyllus |